Kerkgebouw
Lokhorstkerk
In de middeleeuwen maakte het terrein van de kerk deel uit van een grafelijk gebied met een huis waarin o.a. Floris V is geboren. Later, in de gehele 16e eeuw, kwam dit bezit in particuliere handen van de familie van Lockhorst.
Na de sloop van het huis en de verkaveling van het terrein kocht de Waterlandse Doopsgezinde Gemeente enige percelen, o.a. in 1613 en in 1638, waarna de bouw van de kerkzaal begon.
Door de uitbreiding in 1648 met het gedeelte dat zich thans achter de witte pilaren bevindt, bereikte de kerkzaal zijn huidige grootte. De kerk diende tot 1795 nog als schuilkerk. Wij weten dat het de gewoonte was de stoelen voor de vrouwen in het midden te plaatsen en die voor de mannen eromheen; dit uit veiligheidsoverwegingen.
De overdekking van de gang tussen de kerkruimte en de tegenwoordige kerkenraadskamer en de Vermeerzaal is pas later tot stand gekomen. Oorsprokenlijk was hier een doodlopende steeg tussen de kerk en de voormalige kosterswoning. De uit de middeleeuwen daterende kelder van het Huis Lockhorst deed vroeger dienst als garderobe van de kerk.
Het orgel van de Lokhorstkerk dateert uit 1774 en heeft een uitstekende klankkwaliteit. Voor muzikale gegevens over het orgelklik hier.
Voor meer informatie over De Lokhorstkerk en haar orgel, zie onze folder.